WO-2

Richten wij ons thans weer op Nederland dan zien we dat na de bevrijding een geheel nieuw leger wordt opgebouwd met Brits/Canadese kleding en uitrusting.

In de vitrines en wand tegenover de legeringskamer wordt aandacht besteed aan de

                            Naoorlogse opbouw der Intendance

Het Regiment uitrustingstroepen was belast met de verstrekking van kleding, uit­rusting, bewapening en munitie terwijl het Korps Verplegingstroepen belast was met de voeding, benzine, olie, smeermiddelen en kazerneringartikelen.

Het oude korpsembleem, de gekruiste korenaren, keerde terug, doch nu voorzien van een ruit van schakels, symbolisch voor de verzorgingsketen.

De wand is ingericht ter herinnering aan de eerste Kwartiermeester-generaal, KMG, zoals de naoorlogse Hoofdintendant ging heten.

Hoewel de organisatie van de Britse Quarter-master-general werd overgenomen, kan de KMG worden gezien als de voortzetting van de Generaal-kwartiermeester uit het Staatse leger van 1588-1795.

De reserve generaal-majoor Sidney J. van de Bergh, zakenman uit het concern van de Bergh & Jurgens (later Unilever) was de eerste naoorlogse KMG.

Hij voerde in Engeland en Canada besprekingen die leidden tot de overname van Brits-Canadese “war surplus” goederen waarmee het nieuwe Nederlandse leger werd aangekleed, uitgerust en bewapend. Die hoeveelheden waren niet gering want tussen 1945 en 1950 werden ongeveer 150.000 jongelieden gekleed, gevoed en opgeleid, zij werden met die Engels-Canadese uitrusting en bewapening naar Indië gezonden. De fotowand is gewijd aan generaal van den Bergh. U ziet o.a. zijn originele uniformemblemen en decoratielinten, geschonken door zijn toenmalige VHK-secretaresse.

In de vitrines ziet u originele Brits-Canadese kleding en uitrusting die in 1945-1946 aan de toen in dienst komende militairen werd uitgereikt.

Let op het metalen beslag onder de zolen van de zwart lederen “kistjes”, dit om te snelle slijtage van het zoolleder tegen te gaan. Het beslag moest altijd volgens een bepaald patroon door de man zelf worden aangebracht.

De zwarte hoge schoenen werden gedragen met canvas enkel­stukken (anklets) en om de broek hier fraai overheen te plooien werden in de rand van de broekspijpen veters met lood of veters gevuld met loden kogels gedragen.

De foto’s laten ZKH Prins Bernhard en de toenmalige Minister van Oorlog, Meijne, zien tijdens een inspectie van militaire magazijnen.

Verdere intendance-officieren die in de eerste naoorlogse jaren betrokken waren met de opbouw van de intendance tot een groot en veelomvattend logistiek bedrijf.

Aanvankelijk werd de naoorlogse Nederlandse intendance naar Brits/Canadees voorbeeld georganiseerd in een Regiment Uitrustingstroepenen een Korps verplegingstroepen.

Vervolgens ziet U naast de vitrine een Nederlandse 2e luitenant van de Expeditionaire Macht. Hij draagt een Brits battle­dress doch met Nederlandse sterren op de kraag, let op de mouwleeuw. De gehele uitrusting is Brits, vanaf revolver aan koord met munitietasje, veldkijker met foedraal en kompas tot aan de Britse kaartentas en de luitenant is nu gereed voor de dienst te velde als pelotonscommandant.

Het Brits/Canadese battle­dress werd ingevoerd als uitgaanstenue (1ste grijs) of te velde als gevechtstenue (2de grijs).