Foerier

In de hoek van de zaal ziet u de opstelling van de foerier.

De onderofficier die de soldaat kleedde en van uitrusting voorzag was de “foerier”.

Al in het Staatse leger van voor 1795 kende men deze foerier die belast was met de verdeling van de FOURAGE, dat is brood voor de soldaten en haver voor de paarden waarvan zijn naam dus was afgeleid.

De foerier was in rang gelijkgesteld aan sergeant/wachtmeester, hij beheerde de compagnies- of bataljonsvoorraad in een uitrustingsmagazijn dat de RUSTKAMER werd genoemd.

Hier ziet u een foerier achter de balie, hoewel hij schijnbaar rust, staat hij gereed om de kleding van Brits-Canadese oorsprong uit te reiken. Hij draagt de tekens van een Britse Quartermaster -sergeant

Bij Koninklijk Besluit van 20 juni 1956 verviel de rang van foerier. Hiervoor kwam in de plaats de benaming sergeant/wachtmeester bevoorrading (in bepaalde functies sergeantverzorging of distributeur), hoewel de naam “foerier” nog steeds wordt gebruikt.