U loopt nu langs een deel van een soldatenkamer uit de periode 1945-1959 die plaats bood aan vier rijen van elk vijf stapelbedden, zodat op iedere kamer 20 x 2 = veertig soldaten konden slapen. De gestapelde bedden waren van elkaar gescheiden door kledingkasten. De kribben waren voorzien van strozakken met blauw geruite overtrekken en de dekens werden m.b.v. dekenlatjes gevouwen tot een zgn. “wolletje”. Tussen de rijen bedden en kasten stonden tafels en banken waar tot circa 1955 nog de maaltijden werden gebruikt.
Het geheel werd schoon gehouden door de Kamerwacht, die dagelijks werd gewisseld en van andere diensten werd vrijgesteld.
Naast de legeringskamer een korporaal-kok van het Korps VerÂplegingstroepen, 1947. Het functie-embleem, de letter “K” voor kok, overgenomen van de Koninklijke Marine, werd enige tijd als proef gedragen en u ziet een Sergeant-majoor materieel beheerder achter zijn bureau werken met de ADDO-machine. Dit was de eerste computergestuurde machine die de aanvraagprocedures van diverse artikelen moest vereenvoudigen. Door het inkloppen van de aanvraag-gegevens werd een ponsband gemaakt, die ’s nachts door de verbindingsdienst met de Enkel-zijband apparatuur doorgeseind werd naar het hoger echelon. De aanvragen werden zo automatisch verwerkt wat de procedure vereenvoudigde en sneller maakte.